In de Jordaan wonen veel arbeiders

Mannen en vrouwen zonder kiesrecht
zijn slaven en slavinnen [1916]
De
huisvesting en leefomstandigheden waren rond 1850 niet altijd
even ideaal. Hele straten zijn werkloos. Het rommelt er voortdurend
en er zijn regelmatig grote en kleine oplopen die tot oproer leiden.
Je zou kunnen zeggen dat de socialistische beweging in een gemakkelijke
vijver kon vissen, maar dat was niet zo. Oranjeklanten bespotten
en bedreigen de socialen.
Ze zingen:
Wij zijn oranjeklanten,
wij hebben den koning en de politie op onze hand.
Weg
met de socialen zij moeten uit ons vaderland!
Liberale regenten proberen de boel in de hand te houden, maar
dat lukt niet altijd
Bijeenkomst
van socialisten in het Volkspark /
Openluchtmeeting 1914 op het voormalig IJsclubterrein [Museumplein]
De Sociaal Democratische Vereeniging
De mannen als Ferdinand
Domela Nieuwenhuis en
Jan Fortuyn maken duidelijk dat er iets moet
veranderen.
Het weekblad Recht voor Allen vertolkt de aanklachten van
'roojen', de 'socialen.
Die socialen komen meer dan eens in botsing met de oranje klanten,
koningsgezinde arbeiders.
Daartussen zit 'het gezag' dat vaak niet weet welke kant ze moeten
kiezen en de vele oproeren kunnen niet voorkomen worden.
Ferdinand
Domela Nieuwenhuis
[1846-1919]

Domela Nieuwenhuis, een pionier van het socialisme, een gelovige
die zich ontwikkelt tot socialist en later sociaalanarchist werd.
Domela is geboren in Amsterdam op 31 december 1846 en overleden
in Hilversum op 18 november 1919. Hij komt uit een liberaal luthers
professorengezin. Toen hij tien was verloor hij zijn moeder en
hertrouwde zijn vader.
Domela werd luthers predikant. Hij steunde als predikant arbeiders
bij verbetering van hun omstandigheden. Hij was actief in de
Vredesbond. Die
beweging wilde de gewone burger, de arbeider, mobiliseren. Niet
het leger in, geen wapens fabriceren, zo zou oorlog onmogelijk
worden.
Nieuwenhuis mot zakkies plakken
De Pers van die dagen had stelselmatig het Koningschap tegenover
het Socialisme uitgespeeld, wat tot gevolg had dat het gepeupel,
daardoor opgezweept, bijna 'Oranjedol' werd. Men begon de onnozelste
liedjes te zingen, zoals:
'Weg
met de socialen, leve Willem drie'
'Nieuwenhuis mot zakkies plakken leve Willem III'
'Leve demi-saison, alle socialisten in een harington!'
>
lees meer
Jan
Antoon Fortuyn
[1855-1940]

Fortuyn heeft de socialistische beweging
in Amsterdam op gang gebracht en is een van de de zogenoemde
'twaalf apostelen', de
oprichters van de Sociaal Democratische Arbeiders Partij.(SDAP)
Fortuyn is op 3 september 1855 in Amsterdam
geboren en overleden in Castricum op 9 oktober 1940.
Hij was de zoon van Jan Fortuijn metselaar, en Antoinetta
Frederica Petronella van der Huur.
Op 14 oktober 1885 trouwde hij met Trijntje Tolk, de huishoudster
van Domela Nieuwenhuis.
Hij kreeg een dochter en twee zoons.
Na haar overlijden op 23 mei 1920 hertrouwde hij vier maanden
later met Maria Johanna Elisabeth Mater, directrice van
de Coöperatie Samenwerkende Linnennaaisters, en bemiddelaarster
op het Arbeidsbureau.
De
jonge garde dient zich aan
Fortuyn, die toen 28 jaar oud was en als
klerk bij het advocatenkantoor van Wertheim en Gomperts werkte,
versloeg
Klaas Ris bij
de verkiezing als voorzitter van de Sociaal
Democratische Vereeniging
.
De oudere generatie vroeg zich morrend af wat er van de afdeling
terecht moest komen, nu een 'heer' de leiding had gekregen.
Het wantrouwen werd echter gelogenstraft.
De eerste jaren waarin Fortuyn met strakke hand de afdeling leidde,
waren de meest succesvolle in de geschiedenis van Sociaal Democratische
Vereeniging.
Naar het oordeel van Domela Nieuwenhuis was Fortuyn:
De man, die de beweging in Amsterdam groot gemaakt heeft.
Boekhandelaar
in de Tuinstraat
Als spreker hanteerde Fortuyn de spot als
krachtig wapen. Door zijn juridische kennis wist hij meestal buiten
bereik van justitie te blijven. Maar toen hij eind 1885 sprak
en relletjes uitbraken, werd hij daar voor verantwoordelijk gesteld
en tot twee weken cel veroordeeld.
Fortuyn had zich na zijn huwelijk in 1885 als boekhandelaar en
uitgever in de Jordaan gevestigd, waar hij met zijn vrouw en zijn
moeder in de Tuinstraat woonde.
> lees meer
Klaas
Ris [1821-1902]

Deze man is
een belangrijke energieleverancier van die tijd als hij met zijn
petroleumkar door de Jordaan loopt. Belangrijker is dat hij herinnerd
wordt als een onruststoker naar de hoogmogende heren van bestuurders
en werkgevers toe.
Hij werd niet belemmerd door zijn gebrekkige schoolopleiding om
op vele vergaderingen het hoogste woord te voeren en brochures
te schrijven over al het onrecht dat op zijn weg kwam.
Daarmee mag hij beschouwd worden als één van de
voormannen van het socialisme.
Het
Kermisoproer
De eerste openbare actie
van Klaas was in 1877, toen hij bij een van de audiënties
van Koning Willem III in het paleis op de Dam de euvele
moed had de koning persoonlijk aan te spreken om hem de klachten
van de Amsterdamse arbeiders over te brengen. Het ging over het
Kermisoproer dat het jaar ervoor uitbrak omdat de Burgemeester
het feest had verboden vanwege de dronken arbeiders.
De koning was woest en Klaas werd de deur uit gewerkt.
Een spontane rel die eerst niet door arbeidersorganisaties ondersteund
werd.
Maar toen de overheid er met zulk grof geweld tegenaan ging bemoeide
zich de Amsterdamse afdeling van het Internationale Werkliedenverbond,
de Eerste Internationale, zich ermee.
Zijn
geest leve voort
Toen Klaas Ris op 79-jarige leeftijd in
februari 1902 overleed, zamelden de Amsterdamse socialisten geld
bijeen voor een monumentaal graf op de Nieuwe Oosterbegraafplaats.
> lees meer
Jan
van Zutphen
[1863-1958]

Van Zutphen was secretaris van de Algemeene Nederlandsche Diamantbewerkersbond
en voorzitter van sanatorium Zonnestraal.
Zijn roepnaam was Ome Jan.
Een rasechte Amsterdammer
Hij maakte van zijn hart geen moordkuil.
Hij trok zich de slechte omstandigheden waarin zijn medeproletariërs
zich bevonden enorm aan.
Als kind zag hij de uitbuiting van kinderen en van volwassen buurtgenoten.
Armoede veroorzaakte vele ziektes.
Zijn ouders vonden het vanzelfsprekend dat hij al op zesjarige
leeftijd tussen vier en acht uur 's ochtends ging werken om wat
bij te verdienen. Samen met andere kinderen moest hij scheepstouw
uit elkaar pluizen.
Geïnspireerd
door Domela Nieuwenhuis
Het duurde wel enige tijd voordat hij actief socialist werd, maar
in oktober 1888 werd hij, 25 jaar oud, voorzitter van de Sociaal-democratische
Diamantbewerkersvereeniging, een weidse naam voor een stuk of
vijftien politieke geestverwanten.
Omdat de club uitgesproken socialistisch was werden de joodse
diamantbewerkers er geen lid van.
Breuk met Domela Nieuwenhuis
In 1903 was hij lid van een commissie van vrije socialisten en
vakbondsbestuurders, die onderzocht of sociaal-democraten al of
niet terecht door Domela Nieuwenhuis en de zijnen van verraad
tijdens de aprilstaking waren beschuldigd.
Bij deze gelegenheid keerde Van Zutphen zich in dagblad Het Volk
fel tegen de socialistische voormannen.
Domela Nieuwenhuis, de man die hem eens de weg naar het socialisme
had gewezen, viel voor hem van zijn voetstuk.
>
lees meer
Het
weekblad Recht voor Allen

Het blad verschijnt op 1 maart 1879 voor
het eerst en werd uitgegeven door de latere opvolger van Domela,
Jan Antoon Fortuyn, in diens boekwinkeltje in de Tuinstraat
dat later als de 'Algemeene en Sociale Boekhandel' in de
Nieuwe Leliestraat gevestigd was.
Op de zaterdagavonden werd het blad met veel kabaal verspreid.
De verkopers kregen het regelmatig aan de stok met het volk uit
de Jordaan en met de politie.
Tussen 1883 en 1886 groeide de oplage enorm.
> lees meer

Koning Gorilla
In het Nationaal archief ligt een brochure
getiteld: 'Uit het leven van Koning Gorilla'. Hoewel de
anonieme schrijver van het pamflet Koning Willem III nergens met
naam en toenaam noemt, is het iedereen duidelijk dat het over
de toenmalige impopulaire koning gaat.
Het pamflet komt uit socialistische hoek en verschijnt aan de
vooravond van de 70e verjaardag van de koning op 19 februari 1887
De brochure vindt gretig aftrek, er vindt een stormloop op de
boekhandels plaats.
Het Volkspark

Gebouw
voor bijeenkomsten in het Volkspark
Het
Volkspark is een
rommelige verzameling houten loodsen van een voormalige kartonnagefabriek,
buiten de stad waar nu de Hugo de Grootbuurt is.
De loodsen waren geen van allen waterdicht maar er werden toch
de bijeenkomsten van de Sociaal Democratische Bond gehouden.
In de grootste was een podium waar vergaderd werd bij het spaarzame
licht van petroleumlampen.
Het was de enige plek waar socialistische sprekers ruimte konden
huren.
De meeste zaalhouders weigerden, onder druk van de politie, aan
de 'socialen' vergaderruimte te verhuren.
Gebouw
Constantia

Gebouw
Constantia Rozengracht
Nadat het
Volkspark plaats moest maken voor de bebouwing van de Staatslieden-
en Hugo de Grootbuurt, gingen de partijgenoten sparen voor een
eigen vergadergebouw. Na
de sloop van het Volkspark in 1891 nam Constantia
aan de Rozengracht de functie van socialistenhol over.
De bekende schrijfster en feministe Wilhelmina
Drucker leende
de helft van het aankoopbedrag aan de bond uit.
In de zomer van 1890 was het dan eindelijk zover. Op de zojuist
in 1889 gedempte Rozengracht was op nummer 152 een gloednieuw,
smal maar diep gebouw verrezen.
Het gebouw staat op de strategische route van de Jordaan naar
de Dam.
Er was een voorstel om de Rozengracht de Ferd. Domela Nieuwenhuisstraat
te noemen, maar dat haalde het niet. De laatste vergadering was
er op 16 april 1899.
> lees meer
Wilhelmina
Drucker [1847-1925]

Wilhelmina
kwam in aanraking met het socialisme en bezocht vergaderingen
in het Volkspark en raakte daar onder de indruk van Domela
Nieuwenhuis.
Ze groeide op als Wilhelmina Elisabeth Lensing en was een
onecht kind van een rijke bankier, Louis Drucker.
Haar moeder verdiende als naaister de kost voor haar en haar zuster
Louise.
Ze won een prijsvraag voor het schrijven van een kerstverhaal
in het Radicaal Weekblad over de onrechtvaardige maatschappelijke
toestanden die ze zelf meegemaakt had.
De redacteur van het blad zorgde ervoor dat ze in contact kwam
met haar halfbroer en dat ze een deel van de erfenis kreeg.
Ze ging onder de naam Wilhelmina Drucker publiceren en schreef
in socialistische bladen, zoals Recht voor Allen, waarvan
Domela Nieuwenhuis redacteur was.
Ze maakte zich daarin sterk voor gelijke rechten van man en vrouw.
>
lees meer
De
Leeuw van Waterloo

In café De Leeuw van
Waterloo
Hop,hop,hop,
Hang de socialisten op
Op het Waterlooplein valt op 22 februari 1887 een oranjegezinde
menigte het café van de socialist Paulus
Jacobus Penning aan.
Jordaners
moeten niets van het socialisme hebben.
Penning is actief in de vrijdenkersbeweging, de Eerste Internationale
en de Sociaal-Democratische Bond en caféhouder voor de
beweging. De Leeuw van Waterloo was een van de vergaderplaatsen
van de socialisten.
Zestig agenten konden niet voorkomen dat men het café plunderde.
Het was ook mogelijk dat de agenten eigenlijk geen vinger uitstaken
om dat te voorkomen. De socialisten klommen gewapend met revolvers
op het biljart.
Burgemeester van
Tienhoven vond het wel prachtig dat de jeugdige
orangistische heethoofden de aanhangers der 'zogenaamde' socialistische
beweging te lijf gingen.
Veel deelnemers aan de aanval waren antisocialistisch gezinde
joodse buurtbewoners, die wellicht ook handelden uit afgunst ten
aanzien van de welgestelde Penning, die geen vergoeding kreeg
voor de aangerichte schade maar van de veelsoortige gebruikte
projectielen een kolom bouwde die hij midden in het café
plaatste en die veel bekijks trok.
In zijn verdere ontwikkeling volgde Penning, Domela in diens langzame
ommezwaai naar het anarchisme.
Café
Zincken ontruimd
Dinsdagavond 24 november 1885 werd in Café Zincken in Amsterdam
een vergadering van socialisten kort na de opening door commissaris
Stork verboden. De volgepakte zaal aan het Westerdok
naast het Centraal Station werd hardhandig door de politie ontruimd.
Stork had tevoren vergeefs de eigenares bedreigd en had daarna
een gedetailleerde plattegrond van haar zaak laten maken.
Tientallen agenten vielen de zaal binnen en sloegen de aanwezigen
door de ramen naar buiten.
Velen belandden in het gasthuis, enkelen in het IJ.
> lees meer
School
voor Maatschappelijk Werk
Opleidingsinrichting
voor den Socialen Arbeid
De school werd als eerste in
de Jordaan opgericht.
De opleiding was gericht op onderwerpen zoals armenzorg, kinderzorg,
volksopvoeding en opzichterschap over arbeiderswoningen en in
bedrijven. Thema's die een directe band met de Jordaan hadden
De lessen werden gegeven in een lokaal, dat door Ons Huis in de
Rozenstraat ter beschikking werd gesteld.
De school verhuist in 1905 naar een pand aan de Lijnbaansgracht
en de naam wordt gewijzigd in School voor Maatschappelijk Werk.
Van 1912-1913 is de school tijdelijk gevestigd in de Kerkstraat,
totdat een nieuw gebouw werd betrokken in de Pieter de Hooghstraat.
De school keert in 1957 naar de Jordaan terug, nu naar een verbouwd
pand aan het Karthuizerplantsoen.
De school werd genoemd naar het Karthuizer klooster dat daar vroeger
stond, Sociale Akademie De Karthuizer.
Volkshuis
'Ons Huis
'
Ons
Huis, Rozenstraat
Verheffing
van de arbeidersklasse
De industrialisatie van Amsterdam neemt grote vormen
aan. Van heinde en ver vestigden zich nieuwkomers in Amsterdam.
De arbeidersklasse neemt vooral in de Jordaan snel in omvang toe.
Er was sprake van erbarmelijke woonomstandigheden.
Zowel progressieve liberalen als socialisten zetten zich in voor
een beschavingsoffensief met de nadruk op cultuurspreiding en
volksontwikkeling.
Midden in de Jordaan, in de Rozenstraat, komt het volkshuis Ons Huis te
staan dat door C.W. Posthumus Meijes
ontworpen is.
Op 10 mei 1892 was de opening.
Ons Huis wilde neutraal zijn maar sommige confessionelen beschuldigen
Ons Huis ervan een socialistisch bolwerk te zijn.
Socialisten vonden de vereniging een vorm van patroniserend liefdewerk.
Het is van twee kanten niet goed.
Ons Huis in de Rozenstraat gesloten
De organisatie werkt gesloten, bijna dogmaties en is eerder gericht
op de vervulling van een aantal burokratiese behoeften zoals het
organiseren omwille van het organiseren.
Een anoniem zwartboek werd uitgeschreven.
Toen het bestuur een ultimatum naast zich neerlegde, werd het
pand aan de Rozenstraat bezet. Dat haalde de landelijke voorpagina's.
Maar het vonnis was geveld, het pand wordt in 1976 verkocht aan
de afdeling Amsterdam van de Nederlandse
Vereniging ter bevordering van de Integratie van Homoseksuelen
COC.
> lees meer

COC
afd Amsterdam Rozenstraat
Amsterdams
Tehuis Voor Arbeiders
(ATVA)

Aan
wat vroeger de Schans was en nu Marnixstraat heet lag een groot
fabriekscomplex
Dat was tussen de bolwerken resp. Rijk en Osdorp op die verdedigingschans.
De molens die op de bolwerken stonden werden al rond 1825 afgebroken
en op de groenstrook tussen de bolwerken kwamen twee grote fabrieken.
Het bejaardenhuis St Bernardus wordt er tussen 1913 en 1915 gebouwd
Het Amsterdams Tehuis voor Arbeiders staat er in 1918 naast.
Het ATVA is voortgekomen uit de overtuigingen van Louise Went (1865-1951), een vrouw die van grote invloed is geweest op
het sociale karakter van de Amsterdamse volkshuisvesting.
Naar buitenlands voorbeeld zorgde ze er voor dat het ATVA, een
fatsoenlijke behuizing voor alleenstaande, armere arbeiders, gebouwd
werd.
De kleine kamers, die in het buitenlandse voorbeeld van elkaar
gescheiden waren door muurtjes op driekwart van de hoogte, werden
in het ATVA groter, geheel van elkaar gescheiden en voorzien van
eigen wasgelegenheid.
Men was hier meer gesteld op 'privacy'
Het werd een enorm gebouw met 351 kamertjes van 7 tot 10 m2, een
restaurant en een leeszaal.
> lees meer |