[1890
- 1892]
Ontstaan
en oprichting van Ons Huis

Ons Huis, Rozenstraat
/ nuttige handenarbeid
De
industrialisatie van Amsterdam neemt grote vormen aan. Van heinde
en ver vestigden zich nieuwkomers in Amsterdam. De arbeidersklasse
neemt vooral in de Jordaan snel in omvang toe. Oude stadswijken
kunnen de snelle groei nauwelijks bijbenen Rond de grachtengordel
worden dan ook veel arbeiderswoningen gebouwd. In de Jordaan en
de Nieuwmarkt, was sprake van erbarmelijke woonomstandigheden.
Verheffing
van de arbeidersklasse
Zowel progressieve liberalen als socialisten zetten zich in voor
een beschavingsoffensief met de nadruk op cultuurspreiding en
volksontwikkeling.
De letterkundige Hélène
Mercier, begint, geïnspireerd door voorbeelden
uit Engeland plannen te maken voor een Nederlands volkshuis.
De zaak begint te rollen als zij in de loop van 1890 J.A.
Tours en
de tabakshandelaar
P.W. Janssen
ontmoet. In 1891 levert mevrouw Mercier de ideeën,
J.A. Tours de praktische uitwerking en P.W. Janssen fourneerde
het kapitaal.
[1891]
Vereniging Ons Huis opgericht
Midden in de Jordaan, in de Rozenstraat, komt het volkshuis te
staan dat door C.W.
Posthumus Meijes ontworpen is. Op 10 mei 1892
was de opening.
Ons Huis wilde neutraal zijn maar sommige confessionelen beschuldigen
Ons Huis ervan een socialistisch bolwerk te zijn. Socialisten
vonden de vereniging een vorm van patroniserend liefdewerk.
Het is van twee kanten niet goed.
Het
gebouw in de Rozenstraat
Een mevrouw uit de zogenaamde 'betere stand' wil eens weten, wat
dat gebouw aan de Rozenstraat nu eigenlijk is. Zij begrijpt het
niet. Het heet een gebouw voor het volk, een geheel dat voor haar
iets onbehaaglijks, iets onfatsoenlijks, iets plats schijnt te
betekenen.
Ach, houden die mensen ook van schaken en ' kunnen zij dat leren?
En talen, vreemde talen ' hebben zij daarvoor talent?
Wat zie ik? Ordelijk zitten zij daar samen en zitten in een clubje,
zeer gezellig.
Dan de arbeider.
Die komt ook eens wantrouwend kijken.
Men zegt dat het gebouw door een kapitalist opgericht is om
de arbeiders er onder te houden.
Denk maar niet dat een kapitalist ooit, zonder enige bijbedoeling,
zijn geld zou geven?
Hoewel de
dame en en arbeider na afloop van hun bezoek overtuigd waren van
alle goede bedoelingen bleef het verwijt, dat 'Ons Huis' door
zijn ontwikkelingsarbeid de arbeiders maar ontevreden maakte,
bestaan.
[1892 - 1912]
Te veel mensen van buiten de Jordaan
Ons Huis heeft een leeszaal, er worden gymnastiek- en schermlessen,
clubs, kooklessen, verstellessen, kniplessen, wetenschappelijke
voordrachten en cursussen, taal- en andere lessen gegeven.
Op zondagavond zijn er muziek- en toneellessen.
In de eerste jaren kwamen vooral mensen van buiten de Jordaan
op Ons Huis af. Het 'Orgaan' van Ons Huis, met een oplage van
800 exemplaren moest daarin verandering brengen.
[1896]
Ons Huis sticht speelplaatsen
Kinderen konden voor een cent op de zaterdagmiddag op verschillende
plaatsen in de stad komen spelen. Het werd een daverend succes.
[1906]
Uitbreiding Ons Huis Rozenstraat
Met de nieuwbouw kwomt ook een eigen speelplaats. Mevrouw
Tours, de vrouw van de directeur bedacht de
'Robinson Crusoë-club, waar jongens
geleerd werd om hun eigen sokken te stoppen, knopen aanzetten,
afwassen en overhemden verstellen.
Een andere succesvolle activiteit was het organiseren van volkszangavonden.
[1913]
Vacantieschool
In de zomermaanden is er een 'Vacantieschool' voor kinderen uit de buurt.
Men was tussen 1900 en 1910 een beetje ingeslapen, maar na die
tijd was sprake van een versnelde groei.
Bekende mensen zoals de acteur Louis Bouwmeester, wethouder F.M. Wibaut, de historici Hajo Brugmans en H.
Enno van Gelder, de architect H.P. Berlage en de vakbondsman
Jan van Zutphen hielden er voordrachten.
[1918]
Volksontwikkelingswerk
Ons Huis wordt op geheel nieuwe leest geschoeid. Nieuwe volkshuizen
zouden onder de paraplu van Ons Huis worden gesticht. De samenwerking
ging echter niet altijd zonder problemen.
Ons Huis in de Rozenstraat werd het
Moederhuis van
waaruit alle activiteiten werden gecoördineerd.
Hoewel vereniging Ons Huis nog steeds een eigen positie innam
binnen de organisaties op het gebied van volksontwikkeling, was
het gemeentelijk beleid gericht op gelijkstelling van alle organisaties.
Oprichting van nieuwe afdelingen was er dan ook niet meer bij.
[1916]
Jeugdzorg
Ons Huis begeeft zich op het terrein van de jeugdzorg. De jongensverenigingen
slaan goed aan, maar soortelijke experimenten met meisjesverenigingen
mislukken en na 1922 werd niets meer van de meisjesverenigingen
gehoord.
[1934]
Watersport
Ten behoeve van de rijpere jeugd kreeg Ons Huis een botenhuis
aan de Amstel.
Er was al een dergelijke voorziening in Wittenburg.
[1944]
De laatste twee
oorlogsjaren
Het is een moeilijke tijd er zijn alle mogelijke beperkende bepalingen
en razzia's.
Bij de uitzending van de jongens naar Duitsland werd vrijwel overal
huisbezoek gebracht, om hen ervan te overtuigen dat zij niet moeten
gaan. Gingen zij toch, werd voortdurend contact met hen gehouden.
Gedurende de laatste oorlogswinter is de aandacht gericht op de
kinderkeuken en de kinderuitzending. Er wordt een clandestiene
keuken in stand gehouden die 1000 etende kinderen per dag telde.
Dagelijks werden tientallen kilometers afgelegd om melk voor de
babykeuken te halen. Onvermoeibaar werd door huishoudelijke dienst
en vaste staf gewerkt. Het was geen kleinigheid om met ongeschoold
personeel op een bepaald uur maaltijden klaar te hebben.
Zo goed als
het gaat worden de clubs gehouden. Het gebouw was onverwarmd,
de kleding onvoldoende, toch werd er gezongen en gespeeld, er
werden spelletjes gespeeld, die men 's avonds thuis bij een carbid-lamp
of bij een olielamp konden worden gedaan.
[1945]
Bevrijding
Een grote stroom van drukte barst los na de bevrijding. Er was
in kleine kring al veel voorbereid en op 11 mei 1945 trok 'Ons
Huis' met 600 jongeren naar de Dam om de bevrijding te vieren.
[1952]
Zestigjarig bestaan van Ons Huis
Dichter schrijver Gerrit Kouwenaar
werkt mee aan een herdenkingsboek. Net zoals in 1893 de dame uit
de betere stand en de arbeider, bekeek Gerrit Kouwenaar het gebouw
in de Rozenstraat.
Hij
schreef:
Het
was een mooie voorjaarsavond.
Ik keek neer op de door verlichte vensters omspannen binnenplaats,
waar een groep opgeschoten jongens en meisjes volleybal speelde.
Ergens achter een deur klonk een stem, die nadrukkelijk een Franse
zin uitsprak,
welke daarna door een jonge meisjesstem werd herhaald.
Uit een ondefinieerbare richting drong een wals van Chopin tot
mij door.
De volleybal kletste tegen de stenen. In de huiskamer zat een
groepje vrouwen rustig babbelend onder een schemerlamp.
En ik dacht er aan, dat er in dit gebouw een 300 mensen bezig
waren met andere, vollediger mensen te zijn, dan zij in hun gemechaniseerd
nummerbestaan in fabriek of kantoor konden wezen.
[1951]
Kunst voor
de gewone man
Ons Huis werkt mee aan de organisatie van
het Kunstmaand Festival, een alternatief voor het deftige en dure
Holland Festival.
[1952]
Ken uw politicus
Landelijke en stedelijke politici werken mee aan de politieke
cursussen. Burgemeester
A.J. d'Ailly,
bekend van de wandelgids, woonde in de Rozenstraat veel spiegelraadsvergaderingen
bij. De programmaboekjes waren strak en sober opgemaakt, in de
stijl van typograaf en museumdirecteur
Jhr. W.J.H.B.
Sandberg.
[1966]
Cannabis
De jongeren in deze jaren zijn veel minder gezagsgetrouw dan men
gewend was en zij experimenteren meer. De buurthuizen en jongerencentra
in de westelijke tuinsteden kregen bijvoorbeeld te maken met de
vraag hoe om te gaan met marihuanagebruik.
[1976]
Ons Huis in de Rozenstraat gesloten
De organisatie werkt gesloten, bijna dogmaties en is eerder gericht
op de vervulling van een aantal burokratiese behoeften zoals het
organiseren omwille van het organiseren.
Een anoniem zwartboek werd uitgeschreven. Toen het bestuur een
ultimatum naast zich neerlegde, werd het pand aan de Rozenstraat
bezet. De bezetting haalde de landelijke voorpagina's.

COC afd Amsterdam Rozenstraat
[1979]
Het doek valt
Het pand wordt verkocht aan de afdeling Amsterdam van de Nederlandse
Vereniging ter bevordering van de Integratie van Homoseksuelen
COC. Maar er zijn daar eveneens geldproblemen en het gebouw is
voor drieeneenhalf miljoen euro verkocht aan Ymere.
COC Nederland en COC Amsterdam hoeven er nog niet op stel en sprong
uit, maar mogen het pand nog twee jaar huren. COC Amsterdam wil
een zogenaamd Roze Huis oprichten: een ontmoeting- en activiteitenplek
in de stad.Ons
Huis verdwijnt naar Nieuw West en gaat op in
Impuls, de Stichting Welzijn Westelijke Tuinsteden.
[2019]
Hotel
Op de plek van ons Huis is nu een viersterren, zo genaamd straight-friendly, hotel gekomen.
Het zal zich vooral op de LGTB-gemeenschap richten.
Het heet Hotel Mercier.
De ondernemers herinneren zich de COC bijeenkomsten en feesten die in het gebouw plaats vonden en hoopt dat het hotel nog steeds een plek voor COC vergaderingen e.d. zal zijn.
Ook dat het een ontmoetingsplaats voor de buurt zal worden, waar buurtbewoners hun familie met korting kunnen laten overnachten.
Bron: ISSG:
archief Ons Huis
[1913-2015]
Het
bejaardenhuis St Bernardus

St Bernardus in 1919
Aan
wat vroeger de Schans was en nu Marnixstraat heet lag een groot
fabriekscomplex. Dat was tussen de bolwerken resp. Rijk en Osdorp
op die verdedigingschans. De molens die op de bolwerken stonden
werden al rond 1825 afgebroken en op de groenstrook tussen de
bolwerken kwamen twee grote fabrieken.
Dat waren de Amsterdamse Pijpgaz Compagnie
en de Suikerraffinaderij De Bruyn & Zn.,die later Amstel-suikerraffinaderij heette. De gasfabriek vertrok
naar de Haarlemmertrekvaart en ook de suikerfabriek verdween.
De Gemeente nam het terrein voorlopig over voor de Stadsreiniging.
Op de plek van de voormalige suikerfabriek
wordt St Bernardus gebouwd. Het wordt bestierd door de
kloosterorde Zusters van Liefde.
De architect is Paul de Jongh en de aannemer heet Jacob Wajer.
Het gebouw is in de loop der tijd aangepast aan de eisen die het
ophokken van bejaarden stelt. Maar in 2011 valt het definitieve
besluit dat het gebouw vernieuwd wordt. De bejaarden worden in
een tijdelijke behuizing op de voormalige Groenmarkt geplaatst.
Het is zeer de vraag of ze daarna terug kunnen als de huren van
hun appartementjes veel hoger worden.
[2015]
Nieuwe
ouderen in een koektrommel

Osirisgroep
bouwt nieuw senioren huis in
de vrije sector
De nieuwbouw, onder de naam De Makroon, een kokoskoek,
is op de plek van het Bernardus verrezen.
Deze naam
is gekozen omdat het gebouw is gelegen aan de koekjesbrug over
de Singelgracht.
Aan de overkant van de straat is jeugdtheater De Krakeling,
ook een lekker koekje.
De architect is Pi de Bruijn die met de aannemer de klus voor
60 miljoen aanpakt. Dit bedrag wordt met geld van pensioenfondsen
door zorgverzekeraar Syntrus Achmea gefinancierd. Een grootschalige
vorm van ouderenzorg, zeg maar.
Veel
bewoners en omwonenden maken zich zorgen wat er in deze koektrommel
komt.
Laagdrempelige functies als internet, kapper en fitness dreigen
te verdwijnen.
Niet alleen huiskamers maar ook de kapel, die voor
veel mensen belangrijk is, komen niet meer terug in de nieuwbouw
en de tuin wordt een stuk kleiner.
Het merendeel van de nieuwbouw
zal bestaan uit 134 seniorenwoningen, zogenoemde 'leeftijdsbestendige
huurappartementen in de vrije sector' met een huurptijs boven
de 699 euro.
Er zal er voor de mensen uit de buurt, die aangewezen
zijn op een sociale huurwoning, geen plaats meer zijn. Slechts
40 plaatsen blijven over voor mensen die zwaardere zorg nodig
hebben. Vanzelfsprekend komt er een parkeergarage voor 180 auto's,
hoewel de meeste bewoners zelf geen auto meer hebben.Op de begane
grond komt ook een restaurant dat niet uitsluitend voor de bewoners
de tafels dekt.
De nieuwe oudere
Gaat u regelmatig naar een theatervoorstelling? Houdt u van
uit eten gaan, van lekker lang aan tafel zitten met vrienden?
Bezoekt u wel eens met uw kleinkind de Krakeling? Staat u midden
in de samenleving en weet u wat u wilt? Ja? Dan bent u de nieuwe
oudere. Bent u op zoek naar een prettige woning, rijk aan service
en zorg op maat?
Dan bent u hier op de goede plek volgens
de zorgverzekeraars.
Een verzorgingshuis is er voor iedereen, niet alleen voor de rijken
uit de grachtengordel. Moest er wel gesloopt worden?. Met aanpassingen
en renovatie konden kamers groter gemaakt worden. Het beheer was
in handen van de zogenoemde Osira-groep. Die kwam in opspraak
toen de Inspectie voor de Gezondheidszorg moest ingrijpen omdat
op verpleegafdeling demente bewoners met psychische problemen
door verzorgers zijn getreiterd en geslagen.
Osira besloot om zonder met de bewoners te overleggen de warme
maaltijd in het Bernardus uitsluitend rond het middaguur aan te
bieden. Dit tot groot protest van mensen die gewend waren
s avonds warm te eten.
De bewoners van het oude Bernardus werden ondergebracht is een soort
containercomplex aan de Groenmarkt. Ze hebben de garantie dat
ze naar de Makroon mogen terugkeren, maar tegen welke prijs?
[2011]
De
Uylenburgh

Nog een 5-sterren verzorgingshuis in de Jordaan.
De particuliere
woonzorgorganisatie Domus Magnus, opende 18 juni 2011 haar
nieuwste verzorgingshuis De Uylenburgh aan
de Lauriergracht in Amsterdam.
Domus Magnus
kocht in 2009 zes aangrenzende, monumentale grachtenpanden aan
de Lauriergracht in Amsterdam om er een luxe woonzorgvoorziening
van te maken voor welgestelde ouderen. Inmiddels hebben de zogenoemde
senioren er hun intrek genomen.
Ze krijgen voor 4500 euro per maand een eigen woonkamer, slaapkamer,
keuken en badkamer. De zorg wordt op sterrenniveau met eigen personeel
op locatie geleverd. Deze zorg kan zowel somatisch als psychogeriatrisch
van aard zijn. Er komt in ieder geval een bibliotheek, een restaurant
met chef-koks, een grote woonkamer voor de wekelijkse klassieke
concerten en bridgeavonden, maar geen bingo. Een besloten binnentuin
van 600 m2 op het zuiden.
Lauriergracht 49 is een gemeentelijk monument met ornamenten plafonds
en een mooi gedetailleerde trappartij.
De locatie
was in record tempo verhuurd en hanteert nu een wachtlijst.
[1918]
Amsterdams
Tehuis Voor Arbeiders

Het
is een gebouw dat al zeer lang in het bezit is van de Algemene
Woningbouw Vereniging
Het is al bijna een eeuw oud.
Het ATVA is voortgekomen uit de overtuigingen van Louise
Went (1865-1951), een vrouw die van grote invloed is
geweest op het sociale karakter van de Amsterdamse volkshuisvesting.
Ze was een van de oprichters van de Vereniging
Amsterdams Bouwfonds en vond dat betere huizen voor de
armen een eerste stap naar een beter leven was. Naar buitenlands
voorbeeld zorgde ze er voor dat het ATVA, een fatsoenlijke behuizing
voor alleenstaande, armere arbeiders, gebouwd werd. Het ontwerp
is van haar echtgenoot, de architect J.E.
van der Pek.
Tussen 1916 en 1918 werd het ATVA gebouwd.
De kleine kamers, die in het buitenlandse voorbeeld van elkaar
gescheiden waren door muurtjes op driekwart van de hoogte, werden
in het ATVA groter, geheel van elkaar gescheiden en voorzien van
eigen wasgelegenheid. Men was hier meer gesteld op 'privacy'
Het werd een enorm gebouw met 351 kamertjes van 7 tot 10 m2, een
restaurant en een leeszaal.
De economische crisis in de jaren dertig veroorzaakte nogal wat
huurderving en tijdens de Tweede
Wereldoorlog werd het gebouw door de bezetter gevorderd. Na de
oorlog verkeerde het ATVA in slechte staat.
In 1975 werd het grondig gerenoveerd, de 351 kamertjes werden
171 tweekamer-appartementen.
Toch blijft het gebouw tot op de dag van vandaag min of meer trouw
aan het oorspronkelijke gebruiksdoel.
De inwoners zijn nog steeds alleenstaand en hebben meestal niet
een al te grote beurs. In die zin is de overtuiging van Louise
Went nog steeds geldig want anders:
Heeft een ongehuwde arbeider,
die hier ter stede zelfstandig wenscht te wonen
slechts de keus tusschen een onderkomen in een der slaapsteden
of in een hem veelal vreemd gezin als kostganger.
Hoewel de ATVA een tehuis voor arbeiders was konden ook enige
studenten voor fl.1.40 per dag een kamer van twee bij drie meter
krijgen en voor één gulden een portie snert komen
eten.
Er zijn nog
steeds HAT eenheden te huur, maar of veel arbeiders er gebruik
van maken is zeer de vraag.
De imposante toegangen zijn tegenwoordig met hekken afgesloten
om niet als gratis nachtopvang voor daklozen te dienen.
Overigens is er onder de parkeergarage, even verder op een zogenoemd
Stoelenproject
waar zwervende mannen in de winter warm kunnen zitten
slapen.
[1989]
Geparkeerde
Dak- en Thuislozen

Het Stoelenproject
In de winter kunnen daklozen terecht op het busstation Marnixstraat
onder de parkeergarage.
Een naamloze bezoeker schreef tevreden:
Waar
de inzet altijd hoog,
de soep van grote klasse,
rustig op je matras verkassen,
slaap je lekker warm en droog?
Heerlijk
thee en goede koffie,
hardwerkende mensen
voor soms onmogelijke wensen,
krijg je gratis je nieuwe kloffie?
Shag
op de bar, vriendelijk gewekt.
Geen bon, niet naar binnen,
voor hun anders ook geen beginnen.
Exclusief, alleen 't Stoelenproject.
Het Stoelenproject
wil een laagdrempelige opvang zijn.
Maar het is ook nodig om mensen die wel een dak boven hun hoofd
hebben bewust te maken van de problemen van de dak- en thuislozen.
Er is onvoldoende aandacht bij de overheid voor en er zitten gaten
bij de bestaande hulpverlening.
De opvang loopt van 15 september tot en met 30 april, 's avonds
en 's nachts
Iedere avond kunnen 40 mensen er terecht. Als het enige dagen
vriest mogen er 50 naar binnen.
Het is een eenvoudige voorziening, een warme en veilige plek om
te slapen, iets te eten en te drinken, eventueel schone kleding.
Dagbestedings
Project
Het Dagbestedings Project is er voor dak- en thuisloze mannen
en vrouwen vanaf 18 jaar die om welke reden dan ook onvoldoende
in staat zijn om voor zichzelf een zinvolle dagbesteding te organiseren
maar daar wel behoefte aan hebben.
Het is een koffiehuis en een tweedehands kledingwinkel waar men
werk- en leertrajecten kan volgen.
Haarlemmerstraat 146

De
Tweede Mijl
De Tweede Mijl is een inloophuis in de Willemsstraat 39 waar dak-
en thuislozen terecht kunnen voor koffie, een maaltijd, een douche,
een gesprek en indien nodig dekens en kleding. Ook is voetverzorging
mogelijk en is er wekelijks een kapper.
Vrijwilligers helpen bij het vinden van de weg naar de juiste
instanties voor bijvoorbeeld onderdak, medische hulp of opvang
in een afkickcentrum.
De naam ‘De Tweede Mijl’ verwijst naar een uitspraak van Jezus.
Tijdens de Romeinse bezetting van Israël, kon een Romeinse soldaat een willekeurige Jood op straat aanspreken en hem dwingen een mijl zijn bagage te dragen. Jezus zei tegen zijn volgelingen daarover: ‘Als iemand u dwingt één mijl te gaan, ga er twee’ .
naar
boven
|